18 juli 2011

Crinan naar Lamlash

Zondag 3 juli: Een ongeluk en door naar Cairnbaan
Het Crinan Canal heeft 15 sluizen waarvan we de 12 kleinere zelf handmatig moeten bedienen! Eerst de achterste sluisdeuren dichtduwen met de hefboom, dan de boot in de sluis, andere deuren dicht en heel langzaam de spuigaten openen (deze zijn 50x50 cm, begin met 5 cm te openen zodat er niet te veel turbulentie is en dan steeds 5 cm verder).


Het was nog behoorlijk druk met Classics in de sluiskom zodat het een tijdje duurde voor we de zeesluis in konden. Een groot motorjacht paste samen met ons maar net in de sluis, de voorkant halverwege onze boot die behoorlijk dicht bij de voorste deuren lag. Het niveauverschil was enorm omdat het springtij laagwater was buiten de sluis. Ik deed het voorste touw en zag de spuigaten zitten in de deuren. Tot mijn verbazing werden de spuigaten in één keer vol opengezet door de sluiswachter... Een kolkende massa werd de sluis ingepompt. De boot werd naar achteren geduwd en ging snel omhoog. Achter ons hoorde ik een afgrijselijk gegil.

De vrouw op het motorjacht zat met haar vingers klem in het touw toen haar man de boot manoeuvreerde om te voorkomen dat deze in de kolkende massa tegen de achterdeur klapte. De man vertelde later dat ze met de helikopter naar het ziekenhuis in Glasgow is gebracht. De vrouw die de sluis bediende gaf aan dat ze de schuif altijd helemaal open zetten omdat het anders zo lang duurt... Niemand van de andere boten had dit ooit meegemaakt.

Het eerste stuk van het kanaal was heel smal en vol bochten. De volgende sluis mochten we zelf bedienen, dus lekker langzaam vol laten lopen. Zo'n deur is best zwaar om dicht te duwen met de kont tegen de boom.

Op de foto JP in actie om de spuigaten van sluis 13 dicht te zetten nadat de boot naar binnen is gevaren.


Het is eb aan de andere kant van de dijk. De baai is drooggevallen.

We hadden met Mary mijn achternichtje uit New Zealand afgesproken in Cairnbaan. Omdat we haar 8 jaar niet gezien hebben speculeerden we over haar uiterlijk (nog steeds zo rank of 120 kg? (wat lastig zou zijn gezien de smalle kooi en beperkte ruimte op de boot). Net toen we sluis 8 invoeren stopte er een taxi waar een hele dikke vrouw uitstapte... en een slanke jonge vrouw.

Mary belt haar jarige moeder, beste signaal is op het dak!
Wandeling naar de Cup-and-Ring rotsen waar ooit 5.000 jaar geleden versieringen zijn aangebracht in de rotsen. Ursa was vooral geïnteresseerd in de vele konijnen.

Maandag 4 juli: Naar Tarbert
Na nog wat sluizen in Loch Gilp aangelegd. Tussen de middag met Mary naar het Kilmory Woodland Park geweest en wat geluierd in het bloemrijke gras onder een rode beuk. Prachtig zonnig weer zonder wind dus op de motor door Lower Loch Fyne naar Tarbert gevaren. De haven is goed verstopt achter een vogeleiland en een droogvallende rots. Wandeling naar de witte kust gemaakt door een woud van varens.

Dinsdag 5 juli: Kyle of Bute en Victoriaanse toiletten
Ommetje via de Kyle of Bute (het beroemde vaargebied van de Clyde Cruising Club waar we de pilots van hebben met die mooie foto's van zonnige baaitjes waarmee ik JP wist te overtuigen dat Schotland in de zomer net zo mooi is als de Mediterrane). De baai van Caladh was helaas al bezet door een vaag mannenclubje met 2 afgeladen zeilboten (en er kwamen nog 2 boten van de club binnen).


Bij Wreckbay gezocht naar een plek om aan de kant te gaan met de bijboot. Was lastig dus toch maar niet ankeren. De Lord Nelson (Tall Ship race) lag bij Eilean Mor voor anker en de gasten aan boord maakten foto's van onze boot. Doorgevaren naar het stadje Rothesay. In de havenkom waren tientallen oranje Portugese oorlogsschepen (enorme kwallen met heftige netelslierten). Bij het beleggen van het touw zag ik net op tijd dat er een lange netelsliert aan zat.

Schoorstenen en uitzicht op de haven
Rothesay heeft bijzondere Victoriaanse toiletten en wint daarmee bijna ieder jaar de WC-van-het-jaar-Award. De Victoriaanse herenurinoirs en -toiletten zijn van uitzonderlijk mooi aardewerk en betegeld met mozaïek. Ik mocht ze tussen de plasbeurten van de heren door van de toiletjuffrouw bekijken! Zij bleef wel even op wacht staan.


Met Ursa naar Ardencraig Garden gelopen door een brede bomenlaan in een vochtig bos langs een klif. Ursa ging achter een reetje aan maar kon net niet over het hek springen. De tuin was vol met fel gekleurde ouderwetse planten en had een kas met een bijzondere cactuscollectie. Op de terugweg keiharde regen en een half uur onder een grote geurende lindeboom geschuild samen met een veldmuis.

Voor het eerst sinds lange tijd konden we s'avond buiten in de kuip eten. Mary zat op de nieuwe “bank” (de nieuwe kantenplank die JP in Tarbert had staan zagen en schuren). De oude kantenplank is nu de nieuwe bodemsteun in de nieuwe bijboot (de bodemsteun die bijgeleverd was bleek te kort waardoor de boot steeds uit model zakte).

Donderdag 7 juli: naar Lochranza
s'Middags door de Firth of Clyde naar het zuiden afgezakt en bij Crumbae Elbow weer naar het westen gezeild richting Arran. Volgens de reisgids heeft Arran alles wat Schotland heeft te bieden op 1 eiland!

Rond de “Cock of Arran”, aan de noordkant van het eiland, hadden we rare valwinden. In de baai zijn moorings zonder een oppiktouw. Op mijn buik op het dek gelegen lukte het bij de tweede poging om het touw door het oog van de mooring te halen. Het woei best wel pittig. Ursa's oren stonden recht overeind toen JP haar naar het ponton voer in de bijboot.

Vrijdag 8 juli: De Storyteller en de Bark Europa
De zon schijnt, tijd voor een mooie wandeling. In de baai staat een 14e eeuwse ruine waar de poort niet op slot zit. De toren heeft een zeer brede wenteltrap waar 5 man tegelijk omhoog kunnen. Ook waren er een in de 16e eeuw dichtgezette brede trap naar de 2e verdieping en dichtgezette toegangen. Nu waren die weer goed te zien. Heel spannend.

Wat een fantastische kustlijn, iedere 100 meter zijn andere rotspartijen te bewonderen. Rode, gele, witte, grijze, gespikkelde, zwarte.... En ook de vormen zijn steeds anders, glad geschuurd, pokdalig, brokkellig, klein rond en samengeklonterd en de Fairy Dells... Dat zijn allemaal kleine vijvertjes in een droomlandschap.

Aan de horizon voer de Europa (Nederlandse Bark) zeilend voorbij.

Het pad werd steeds smaller en verdween uiteindelijk helemaal. Mijn nieuwsgierigheid naar Ossian's Cave won het en zo sprongen we een tijdje van rots op rots langs het water. Het was afgaand tij en de rotsen waren soms best glibberig. Daar was het pad weer. Na enkele bochten verscheen er op de berghelling een hoge muur. Een dorp? Misschien een bushalte? We waren al zo'n 3 uur aan het lopen en de lucht werd donker. Een eenzame geoloog die een rots in aan het meten was vertelde dat het eerstvolgende dorp met een bus Sannox is en 7 mijl verder.

Het begon te regenen en het pad ging verder door een dal vol dikke pollen gras. Naast een pol stappen betekende wegzakken in de blubber. Een grot met een dikke brandnetelhaag ervoor lag wat hoger tegen de rotswand. Niet echt toegankelijk. We stapten flink door en na een bocht verscheen er een kleine witte cottage. Op het pad op een dekkleed lag een hele stapel boeken...

De boeken waren nieuw en de titel “Dreamwords” door Paul Story. De boekenworm in mij kreeg enorme honger. Op de achterkant stond… stormbound and trapped in a desolate cottage with a beautful stanger... Uit de cottage kwam een man naar ons toe gelopen. We raakten aan de praat. Hij is de schrijver van het boek en volgens een nieuw concept betaal je na het lezen als je wilt dat er een vervolg op komt (www.dreamwords.com). De regen begon nu serieus en zo kwam het dat ik binnen werd gevraagd voor een kopje thee in de Laggan Cottage en vele stories. Het boek speelt zich af in de cottage en in de ruine van het voorouderlijk huis van de MacMillans (de beroemde uitgever).

Paul wees mij de weg over de summit naar Lochranza terug. De zon scheen heel even tot we de summit over waren. Dikke hagelstenen storten zich naar beneden. Ik was op een rots gaan zitten met Ursa tussen mijn knieen en mijn regenjas los over ons heen. Ursa had mijn regenmuts op. Het pad werd een beek. In het dal waren red deer (herten) op de golfbaan aan het grazen. Uit de mist kwam de baai te voorschijn met de bark Europa (www.barkeuropa.com) en de Wilde Swan (uit Friesland).

JP had een grote Nederlandse vlag in de bezaan gehesen toen de Europa vanmiddag binnenvoer. Dat vond de kapitein zo leuk dat we uitgenodigd zijn voor de barbecue op de Europa! We werden met de snelle boot van de havenmeester opgehaald. Op de foto links de scheepsarts, bemanningsleden en de kapitein Klaas (met lange grijze krullen).

Het eten was voortreffelijk en de bemanning en de internationale gasten heel gezellig.

Mary wou graag klimmen in de mast. Colin was de enige die nog niet gedronken had en hij wou haar (volgens zijn collega voor een kusje) wel naar de top begeleiden.

(oud hollands liedje)

Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen
Die wou gaan varen
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen als lichtmatroos

Zij moest klimmen in de mast
Maken de zeilen
Maken de zeilen
Zij moest klimmen in de mast
Maken de zeilen met touwtjes vast

Mary in de top van de mast 30 meter hoog!


De wilde Swan door de touwen van de Europa te zien
Zaterdag 9 juli: Geënterd in Lamlash
Om 02.00 uur zijn de tallships naar Greenoch vertrokken voor de race. Wij zijn langs de oostkust van Arran afgezakt. Bij de Laggan Cottage drie keer de luchttoeter als groet laten horen aan de Storyteller. Hij kwam duidelijk nog niet helemaal wakker naar even naar buiten.

Het was een koude dag en uit de bergen (Goatfell) kwamen harde valwinden. We zeilden pittig door op de bezaan en de genua. In de baai van Lamlash ligt het Holy Island zodat we goed beschut aan de mooring lagen. Lamlash heeft een mooi zandstrandje.

Na het avondeten zagen we een zeilboot een uur lang bezig te mooren en daarna te ankeren. Uiteindelijk kwam de tippinglijn (ankerboeilijn) in de schroef zodat het anker geen grip meer had. De boot dreef recht op onze boot af en de eigenaren stonden paniekerig op het dek. JP greep de voor- en ik de achterkant en legden de boot vast. JP beloofde de volgende dag het touw uit te schroef te halen met zijn duikuitrusting aan.

Plotseling zagen we een boot van een andere mooring vlak voor ons opdoemen!?! Dat klopte niet en om een onrustige nacht te voorkomen is JP zijn duikspullen gaan opdiepen uit het ruim. Vanaf de boot van de Schot is hij het water ingegaan. Het touw was zo uit de schroef. Ursa was ondertussen de kajuit kruimelvrij aan het maken. De schotten zijn verderop aan een local-mooring gaan liggen.

Zondag 10 juli: Standing stones
De Schot was vanmorgen in de vroegte verdwenen. We denken dat er nu een Bavaria te koop staat. Het is weer heerlijk zonnig weer. Met de bus naar Machrie om de Stonecircles te bezoeken die verspreid in het dal liggen. De wandeling ging door weiden vol grazende schapen met lammeren.


De stone circles zijn goed bewaard gebleven. De stenen van de cirkels zijn heel verschillend. De bergen op de achtergrond maken de plaats extra mystiek. Vierenhalfduizend jaar is ook wel een tijd geleden.

Bij de mooiste cirkel ben ik even lekker gaan liggen in het gras. Het was er zo stil, dat ik in slaap ben gevallen. Een dik uur later werd ik wakker van Ursa die aansloeg omdat ze iemand 400 meter verderop hoorde aankomen.

Mary is weer terug naar Londen. Het was heel gezellig, misschien komt ze in Cornwell weer aan boord.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten